Keuze! Als we één sleutelwoord zouden moeten kiezen voor
FLOSS, Linux en BSD dan zou het misschien “keuze!” zijn. De vrijheid om
een eigen besturingssysteem te kiezen met vrije applicaties, die we naar
eigen inzicht kunnen wijzigen en verbeteren. Voor velen is het pad van
FLOSS begonnen met het geesteskind van Klaus Knopper, Knoppix. Simpel,
een cd-tje in drive stoppen en herstarten maar. Voorbij Knoppix zetten
sommigen de volgende stappen naar Linux. Anderen hebbenn wellicht zo hun
twijfels, willen misschien nog geen afstand nemen van het gemak dat
Windows met zich meebrengt. Nieuwe digitale videocamera? Geen probleem,
want het is een kwestie van inprikken van het kabeltje en dat is het
dan. En ja, we horen dan toch vaak over Linux dat het daar wel anders
is. De spelletjes voor de kinderen? Dat is ook niet makkelijk. Nee, hoe
mooi Knoppix ook is en hoe zeer de beloften van Linux lonken,
uiteindelijk blijft toch veel bij het oude. Of niet?
In dit artikel
willen we laten zien dat er tussen Linux en doorgaan op het vertrouwde
Windows nog een derde weg mogelijk is, namelijk ‘Open Sourcing Windows’.
Dit wil niet zeggen dat Windows opeens Open Source Software is
geworden. Dat is slechts weggelegd voor enkele grote klanten en vele
handige downloaders die via de peer2peer netwerken de hand hebben weten
te leggen op uitgelekte of gestolen code. In dit en het volgende artikel
zullen we een complete PC inrichten met uitsluitend Open Source
Software (OSS) met Windows XP als basis.
Vrije software, open source software en “libre software”
In dit artikel spreken we consequent over Open Source Software (OSS).
Er is namelijk een onderscheid te maken tussen Vrije Software en OSS.
Het gaat dan niet over de vele gratis programma’s (freeware) die via
Tucows e.a. zijn te vinden. Zowel Vrije Software als OSS vereisen
namelijk dat de broncode van de software vrij beschikbaar en vrij
aanpasbaar moeten zijn. Voor een behoorlijke portie freeware is dat niet
het geval.
Vrije Software is een term die door Richard Stallman
wordt gehanteerd en waarvoor Free Software Foundation zich sterk maakt.
Vrije Software wordt gedefinieerd op grond van 4 zogenoemde vrijheden:
1. de vrijheid het programma te gebruiken voor elk doel
2. de vrijheid om de werking van het programma te bestuderen en aan te passen naar de eigen wensen en behoeften
3. de vrijheid om het programma te verspreiden
4. de vrijheid om het programma te verbeteren en te verspreiden ten bate van de gehele gemeenschap.
Deze vrijheden sluiten niet uit dat Vrije Software commercieel wordt
geëxploiteerd. Immers, een verbod daarop zou een beperking van de
genoemde vrijheden inhouden. Vrije Software is gebaseerd op een
idealistisch wereldbeeld.
Open Source Software is een term met meer commerciële wortels, meer
gericht op het aanvaardbaar maken van de software voor de
bedrijvenmarkt. Het Open Source Initiative bewaakt de term “Open Source
Software” en geeft haar goedkeuring aan software licenties die zich als
Open Source willen presenteren. De lijst van licenties is ondertussen
indrukwekkend te noemen en het roept de vraag op of het er nu wel
eenvoudiger op geworden is voor open source ontwikkelaars. Alle
licenties moeten in ieder geval aan de volgende criteria voldoen:
1. de vrijheid om het programma te verspreiden
2. de broncode van het programma moet vrijelijk en eenvoudig toegankelijk zijn
3. het programma mag worden gewijzigd en opnieuw worden verspreid
4. de integriteit van de oorspronkelijke broncode valt onder de
verantwoordelijkheid van de oorspronkelijke ontwikkelaar. Het
verspreiden van wijzigingen in de vorm van ‘patches’ is wel toegestaan
5. geen discriminatie tegen personen of groepen van personen
6. geen discirminatie van toepassingsgebieden
7. foorwerking van de licentie: verspreiding van de software mag niet leiden tot ‘afsluiten’ van het open source karakter
8. de licentie is niet beperkt tot een speficiek en nauw omschreven product.
9. de licentie mag andere software niet beperken (bijvoorbeeld door te
eisen dat andere software op een CD ook onder dezelfde licentie vallen)
10. de licentie is niet afhankelijk van de distributiewijze.
De ‘vader’ van deze definitie is Bruce Perens die de definitie had opgesteld voor het Debian project (Linux).
Wat is nu het echte verschil tussen Vrije Software en OSS? Het Open
Source Initiative verwijst naar de verwarring die de term Vrije Software
met zich meebrengt. Immers, bedrijven zullen niet zo snel besluiten om
cruciale processen te laten draaien met ‘gratis software’. ‘Gratis’ kan
niet goed zijn, toch? De Free Software Foundation verwijst dan naar de
‘vervuiling’ van de term Open Source Software. Zelfs Microsoft heeft een
open source programma voor overheden, zodat zij een blik kunnen werpen
in de broncode van Microsoft software.
De Europese Commissie, in al
haar wijsheid, besloot –teneinde de problemen met de termen Vrije
Software en OSS te vermijden- de term Libre Software te gebruiken. Tja,
wijsheid, want Libre is natuurlijk een ander woord voor ‘vrij’. Het
enige gevolg is nu dat hele pakket software nu wordt afgekort als FLOSS:
Free, Libre and Open Source Software.
In dit artikel gebruiken we –zoals gezegd- de term OSS i.p.v. Vrije Software. Richard Stallman heeft een duidelijke filosofisch uitgangspunt bij Vrije Software die zich uitstrekt naar zowel de programma’s als het besturingssysteem (en zelfs naar de hardware). Het draaien van programma’s (die op zich onder de Vrije Software definitie zouden vallen) op een closed source besturingssysteem als Windows past eigenlijk niet in die visie.
Meerwaarde van OSS?
Wat is nu de meerwaarde van OSS? Is het eigenlijk niets anders dan een
leuk speeltje van een groepje idealistische hackers? Goed, we kunnen de
hacker wortels van de OSS beweging niet ontkennen en het idealisme van
Stallman is overduidelijk aanwezig. Toch heeft de UNESCO ook een eigen
Free Software Portal, omdat zij duidelijke voordelen ziet bij de
ontwikkeling en verspreiding van ICT richting ontwikkelingslanden. De
Nederlandse overheid heeft OSOSS ingesteld om de ontwikkeling van open
standaarden en open source software bij overheidsorganisaties te
stimuleren. Grote bedrijven als IBM en Sun leveren een forse bijdrage
aan de open source beweging in de vorm van middelen en broncode. Het
onwikkelmodel met een vrije toegang tot de broncode, de internationale
samenwerking van ontwikkelaars en gebruikers en de steun en inzet van
kapitaal blijkt heel vruchtbaar te zijn.
Wat is nu meerwaarde van OSS voor eindgebruikers?
Prima, bij OSS krijg je dus toegang tot de broncode van het programma
en de mogelijkheid om er mee te stoeien. Echter, wat is nu de meerwaarde
voor degenen die zich niet met software ontwikkeling bezig houden. De
kans dat een gemiddelde gebruiker voor de lol programmacode gaat
doorspitten om eens te kijken hoe het programma werkt is inderdaad erg
klein.
Eén van de grote voordelen die wordt genoemd is dat open source
andere ontwikkelaars de mogelijkheid geeft om fouten uit de code
makkelijker op te sporen en veiligheidslekken op die wijze sneller en
beter te repareren. Daarnaast kan een programma, waarvan de
oorspronkelijke auteur geen zin meer heeft om het te onderhouden, door
een ander of een groep anderen worden opgepakt en doorontwikkeld. Kan,
maar het hoeft niet. Onlangs was er een kleine rel onder Firefox
ontwikkelaars, omdat één van de ontwikkelaars klaagde over het gebrek
aan ondersteuning van andere ontwikkelaars. Eén van de paradepaardjes in
de open source ontwikkeling bleek te steunen op de vrijwillige inzet
van een handjevol personen. Niet iets waar je als bedrijf jgeld op wilt
zetten.OSS betekent ook een voortdurend proces van updates en patches.
Een product wordt slechts zelden ‘stabiel’ verklaard. Er zijn zelfs
programma’s die al jaren prima functioneren,
maar formeel nog beta
zijn. Handig om te weten bij het zoeken naar een officiële stabiele
versie (die dus niet blijkt te bestaan).
De meerwaarde van OSS voor eindgebruikers hangt dus vooral af van de praktische waarde die het programma heeft. Doet het programma wat ik er mee wil doen? Is het programma stabiel? Eenvoudig in gebruik? Het dynamische ontwikkelmodel maakt dat wij zorgvuldige keuze’s moeten maken voor programma’s die kunnen steunen op een solide ontwikkelgeschiedenis, een goede ontwikkelgemeenschap en een duidelijk traject voor verdere ontwikkeling.
Klaar voor de start?
Goed, we weten nu waar OSS
vandaan komt, wat de kracht en de zwakte er van is en nu willen we toch
echt aan de slag. In deze artikelen is het uitgangspunt een ‘kale’ PC
met een Windows XP installatie. Zo uit de winkel met weinig extra
software. Met dit als vertrekpunt staan ons een aantal wegen ter
beschikking om onze PC handen, voeten, ogen en oren te geven. We gaan er
van uit dat voor iedere functie een geschikte OSS programma beschikbaar
is.
Dit wil niet zeggen dat het OSS programma identiek is aan de
‘grote namen’ uit de closed source wereld. Er zijn nog maar weinig
programma’s die de standaard zetten voor software. Veel projecten
proberen (en slagen daar goed in) om bestaande ‘standaard’- programma’s
te vervangen. Qua functionaliteit lopen ze soms achter. Veel vaker zal
het nodig zijn om het programma met een ‘open mind’ te benaderen en de
functie opnieuw te leren met het nieuwe programma. Heerlijk toch, zo’n
keuze!
Dit artikel is verschenen in Livre Magazine, juni 2005