Tips voor betere vakantie-foto's
Voor velen is de vakantie hét moment om veel foto’s te maken. Voor jezelf zijn de foto’s uiteraard een herinnering. Maar hoe zorg je er nu voor dat je foto’s ook voor anderen interessant zijn? Door het onderwerp zo te fotograferen dat degenen die geen herinnering aan het beeld hebben er toch door geboeid worden. Het onderwerp moet zó op de foto komen, dat het op een natuurlijke wijze de aandacht trekt en dat er geen storende elementen te zien zijn die de aandacht van het onderwerp afleiden. Wat voor soort camera je hebt is niet belangrijk. Uiteraard zijn er verschillen in beeldkwaliteit en mogelijkheden, maar ook met een eenvoudige camera kun je goede foto’s maken.
Enkele tips:
- Camera
Ken de mogelijkheden van je camera goed, lees dus de gebruiksaanwijzing goed door. Verder is het belangrijk, dat je op elk gewenst moment een foto kunt maken. Zorg dus voor volle accu of batterijen en neem de oplader mee. Maak je veel foto’s in korte tijd, denk dan aan een extra accu of batterijen. Hetzelfde geldt voor geheugenkaartjes. Ga na hoeveel foto’s er op je geheugenkaartje passen en koop er zonodig eentje extra; ze zijn niet duur meer tegenwoordig. Met een goede voorbereiding verklein je de kans dat je een belangrijk moment niet op de foto kunt zetten!
- Maak eens extra opnamen
Wees niet te zuinig met opnamen. Vergroot in moeilijke omstandigheden (bijv. bewegend onderwerp) de kans op een goede foto en druk nog een keer extra af of experimenteer eens met verschillende standpunten. Je krijgt vaak géén tweede kans om het over te doen.
- Voorbereiden opname
Als het kan, neem dan de tijd om het onderwerp goed op de foto te krijgen. Uiteraard kun je op de computer met een bewerkingsprogramma een foto corrigeren, maar dat geldt niet voor alles. Bovendien kan het leiden tot kwaliteitsverlies. Ook moet je met het programma kunnen werken én in elk geval kost het extra tijd. Voorkomen is beter dan genezen.
- Juiste belichting
Heeft je camera onderwerpstanden (sport, landschap, portret, enz.) gebruik die dan. De belichting wordt dan zoveel mogelijk afgestemd op de opnameomstandigheden. Zijn grote lichte of donkere vlakken in beeld? Dan kan de automatische belichting in de war raken. Probeer, als het kan, iets langer (bijv. strand) of iets korter (bijv. schaduw) te belichten. Bij automatisch belichting kun je proberen het beeld in te stellen op schaduw- of juist op zonpartijen.
- Stevige hand
Houd de camera stil, om bewogen beelden te voorkomen. Zorg ervoor dat de horizon recht op de foto komt. Wil je juist een dramatische foto, dan kun je uiteraard alles scheef zetten, maar doe het dan ook goed.
- Compositie
Het onderwerp en/of de horizon in het midden levert vaak niet zo’n spannende foto op. Een goed hulpmiddel is de zogenaamde “gulden snede”: verdeel het zoekerbeeld in negen denkbeeldige rechthoeken en zorg ervoor dat (het belangrijkste deel van) het onderwerp op 1/3e van de randen van de foto komt (zie foto x). Is de lucht het belangrijkst, houdt de horizon dan onder het midden van de foto . Is dat niet zo, houdt hem dan boven het midden van de foto.
- Less is more
Probeer het onderwerp vrij groot op de foto te krijgen en houdt details die voor afleiding kunnen zorgen zoveel mogelijk buiten beeld. Doe dus een paar stappen naar voren als het kan, of zoom in. “Less is more”. Dit geldt natuurlijk niet als het de bedoeling is om veel te laten zien, bijv. een weids landschap of een mensenmenigte.
Wat verstaan we onder reisfoto’s?
Onder reisfoto’s verstaan we foto’s die tijdens een (vakantie)reis worden gemaakt. Niet elke vakantiefoto is echter een reisfoto. Een reisfoto laat iets zien over een andere omgeving (bijvoorbeeld een landschap of een imposant gebouw) of een andere cultuur (bijvoorbeeld klederdracht, een festival of een bij ons uitgestorven ambacht) of een ontmoeting met de plaatselijke bevolking. Kortom, het vastleggen van een beeld dat indruk op de fotograaf heeft gemaakt. Op een reisfoto kunnen best je partner en/of kinderen voorkomen, maar alleen om het beeld te versterken. Dus niet als onderwerp (bijvoorbeeld op het strand of op een terras).
Voor meer tips over reisfotografie en apparatuur zie CHIP Foto-Video Digitaal 03/2011. - Expressie met details
Maak ook eens een foto van een detail (gevelversiering, deurknop, sieraad, handen, enz.)
- Toon de maat
Wil je met je foto laten zien hoe groot het onderwerp is (bijv. een gebouw of een boom), zorg er dan voor, dat je iets herkenbaars (bijv. een auto) of een persoon meefotografeert. - Perspectief
Maak ook eens een foto vanuit een ander perspectief: van boven naar beneden (vogelperspectief) of zak eens door je knieën (kikvorsperspectief). Dat geeft wel wat vertekening van het beeld, maar dat levert vaak bijzondere foto’s op. - Lijnen trekken
Maak gebruik van 'lijnen' in het beeld die naar de horizon toe convergeren (naar elkaar toelopen). Dat verleent diepte aan de foto. Is de voorgrond vlak (dan staat er niets op) zorg er dan voor dat er iets of iemand op de voorgrond wordt meegefotografeerd. Dat geeft ook diepte aan de foto en maakt hem spannender. - Let op achtergrond
Als je een persoon op de foto zet, let dan op de achtergrond. Probeer te zorgen voor een rustige achtergrond en voorkom dat het lijkt alsof er een boom of lantarenpaal uit een hoofd groeit. - Tot slot
Ondanks alle zorg en toewijding kan nabewerking nodig of wenselijk zijn. Een niet helemaal ideale foto kan worden 'aangepast': belichting en/of contrast, aansnijden of retoucheren (storende elementen weghalen). Je kunt hiervoor gebruikmaken van programma’s als Paintshop Pro (betaald), Photoshop Elements (betaald) of The Gimp (gratis te downloaden). Met Picasa (van Google, gratis) of Irfanview (gratis) zijn ook aanpassingen mogelijk. De correctiemogelijkheden zijn wel beperkter dan die van eerstgenoemde programma’s.